Zijn vader diende bij het KNIL, zo kreeg deze militair de interesse voor de militaire luchtvaart met de paplepel ingegoten. Zelf heeft hij in een Japans interneringskamp gezeten. Hij wilde vlieger worden, maar kwam bij de marine terecht en werd vliegtuigmaker. Na een jaar op Marinevliegkamp De Kooy en Marinevliegkamp Valkenburg kreeg hij drie weken voor vertrek aangezegd dat hij naar Nieuw-Guinea moest. In 1959 werd er een vliegverbod ingesteld voor de Martin Mariner en kreeg de MLD enkele Dakota's als patrouille-vliegtuigen. Met de Martin Mariner zijn veel collega's verongelukt.