In opdracht van de gemeente Utrecht heeft RAAP in november en december 2017 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Hogelanden Westzijde en Lagenoord in de gemeente Utrecht. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie een nieuw riool en parkeerplaats aan te leggen en nieuwe bomen te planten.
Zoals reeds verwacht werd op basis van het bureauonderzoek, ligt het noordelijke deel van het plangebied in het komgebied van de Vecht en het zuidelijke deel van het plangebied op de stroomgordel van de Vecht. Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat in het komgebied, in de diepere ondergrond dekzand aanwezig is. Op basis van het aantreffen van het dekzand en de daarin waargenomen bodemvorming kan de archeologische verwachting voor het noordelijke deel bijgesteld worden. In de zone met bodemvorming in de top van het dekzand (boringen 1, 2, 7, 20 en 21) geldt een middelhoge tot hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode Laat Paleolithicum t/m Bronstijd.
In de komafzettingen zijn geen aanwijzingen voor een cultuurlaag of een oude bouwvoor aangetroffen. De verwachting voor de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd aanwezig zijn wordt bijgesteld naar laag.
In het zuidelijke deel van het plangebied werden oever- op beddingafzettingen van de Vecht verwacht. Uit de resultaten van het veldonderzoek blijkt dat de oeverafzettingen grotendeels verdwenen zijn en geldt een lage archeologische verwachting voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen uit de IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd.
Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen (§ 1.3) kan worden geconcludeerd dat bij de uitvoering van de werkzaamheden mogelijk archeologische resten zullen worden verstoord.