In opdracht van Voorma en Walch Makelaars heeft RAAP in november-december 2021 een
archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek
(verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Oud Bussummerweg naast 44 te Huizen
in de gemeente Huizen. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.
Op basis van het bureauonderzoek werd een natuurlijke ondergrond van sandr -afzettingen verwacht,
met een zwarte enkeerdgrond. In het geval van het aantreffen van een dergelijke enkeerdgrond gold
een hoge verwachting voor de periode paleolithicum t/m vroege middeleeuwen in de afgedekte
podzolbodem, en een hoge verwachting voor de periode late middeleeuwen en nieuwe tijd in het esdek.
Op basis van het booronderzoek blijkt de ondergrond te bestaan uit sandr -afzettingen, en is daar een
podzol in gevormd. Deze podzolbodem is aangetroffen in de oostelijke hoek van het plangebied, en is
niet afgedekt door een esdek. Er is dan ook geen sprake van een zwarte enkeerdgrond, eerder een
vorm van een moderpodzolbodem met een A-B-BC-C-profiel. Voor een dergelijke podzolbodem geldt
nog steeds een hoge verwachting voor de periode paleolithicum t/m nieuwe tijd. In de rest van het
plangebied is een vergraven pakket aangetroffen op een natuurlijke C-horizont. Gezien de ondiepe
ligging van de podzol in boring 4, kan worden aangenomen dat de rest van het plangebied tot diep in
de C-horizont is vergraven. Voor dit deel kan de hoge verwachting naar beneden toe worden bijgesteld
naar laag, omdat de verstoring tot in de C-horizont reikt.
Het bureau- en booronderzoek heeft uitgewezen dat een groot deel van het plangebied is verstoord tot
in de C-horizont. In het oostelijke deel van het plangebied is een intacte bodemopbouw aanwezig. Ter
plaatse van het geplande bouwvlak in het centrum van het plangebied wordt de kans klein geacht dat
er archeologische resten worden verstoord.
Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische
resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Daarom wordt geadviseerd om geen
graafwerkzaamheden uit te voeren in het oostelijke deel van het plangebied.
In het overige deel van het plangebied wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen
archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden
onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet
aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q.
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).