De initiatiefnemer heeft het voornemen om binnen een plangebied aan de Nieuwe Dijk en Nieuwe Rijksweg te ’s-Heer Hendrikskinderen (gemeente Goes) een nieuw landgoed te realiseren op een aantal agrarische percelen die gelegen zijn tussen deze wegen. Dit betreft drie percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Goes, Sectie L, Perceel 396 en 880 en Sectie W, Perceel 347 en die een oppervlakte beslaan van circa 4 hectare. In het kader van de hiertoe benodigde omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in opdracht van de familie Mol een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd.
Dit onderzoek bestond in eerste instantie uit een bureauonderzoek waarbij een gespecificeerd verwachtingsmodel werd opgesteld voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase). Tijdens deze verkennende fase werden de landschappelijke vormeenheden bepaald met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones aan te duiden voor eventuele volgende vormen van onderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat: - In, en op, de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren (die dagzomend voorkomen) een hoge verwachting geldt in het gebied van en rondom boringen 3, 8 en 15. Dit op het voorkomen van vindplaatsen uit de middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd.
- Er zich in het gebied rondom boringen 21, 22, 27, 30, 31, 32 mogelijk resten van een onverhard pad uit de tweede helft van de 19e en begin 20e eeuw bevinden.
- Er een lage verwachting geldt voor de late middeleeuwen en nieuwe tijd op het niveau van het Laagpakket van Walcheren in de overige delen van het plangebied.
- Er in het gehele plangebied geen verwachting geldt voor resten uit de late ijzertijd en Romeinse tijd op het niveau van het Hollandveen, deels een lage en deels geen verwachting voor resten uit de bronstijd tot midden ijzertijd op het niveau van het Hollandveen en deels een lage en deels geen verwachting voor resten uit het neolithicum op het niveau van het Laagpakket van Wormer.
- In, en op, het Laagpakket van Wierden (pleistoceen dekzand) en eventueel aanwezige Basisveen dat voor komt vanaf diepte van circa 8,25 m -NAP (9,12 tot 7,71 m -mv) deels geen en deels een middelhoge verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen uit het paleolithicum t/m midden-neolithicum.