Gezien de ligging van het tracé op een dekzandrug is het te verwachten dat zich in het traject archeologische waarden bevinden. Ook de nabijheid van archeologische waardevolle terreinen wijst hierop. Het is in het deel van het tracé waar resten van een podzolbodem aanwezig zijn, dat deze waarden zijn te verwachten. De resultaten van het huidige booronderzoek kunnen hier geen uitsluitsel over geven. Er wordt daarom aanbevolen om bij de aanleg van de persleiding over te gaan tot een ‘opgraving met beperkingen’. Bij de aanvang van de graafwerkzaamheden moet de ploegzone van 0,25 tot 0,35 m worden verwijderd in het traject tussen de boorpunten 5 en 15, en een vlak in het tracé worden getrokken van 4 m breed, de te verwachten verstoring. De archeoloog heeft dan de mogelijkheid om alle noodzakelijke waarnemingen en registraties te doen, en eventuele vondsten te verzamelen. Daarna zouden de verdere graafwerkzaamheden kunnen plaatsvinden.