In opdracht van BK Ingenieurs is door IVO·B, Allround Archeologie een bureauonderzoek uitgevoerd van de locatie Biezenweg 70a te Santpoort-Noord (gemeente Velsen). Het plangebied zal heringericht worden zodat ruimte ontstaat voor twee nieuwe vrijstaande woningen met tuin. Het bureauonderzoek is uitgevoerd in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Op basis van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld: Het plangebied bevindt zich in het strandwallengebied tussen Driehuis en Santpoort-Noord. Dit gebied is een AMK-terrein met een hoge archeologische waarde. In dit gebied worden vanaf het Laat-Neolithicum archeologische waarden verwacht in de laag met strandwal- en duinafzettingen die tot ca. 5 m –mv reikt. Een eventuele archeologische vindplaats zal zich manifesteren als een archeologische (cultuur)laag; een ontkalkte humeuze laag met daarin aardewerk- en houtskoolfragmenten. Doordat een archeologische vindplaats in een later stadium weer is overstoven zijn archeologische vindplaatsen relatief goed bewaard gebleven. Vanwege de verstuivingen is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische waarden niet goed bekend. Waarschijnlijk is het gebied inmiddels verstoord geraakt door diepploegen, waardoor de bovenste 80 tot 100 cm –mv omgewerkt zijn geraakt. Op de geplande locaties van de woningen zal het maaiveldniveau ca. 60 tot 80 cm opgehoogd worden en vindt een verstoring van 60 tot 80 cm diep plaats ten behoeve van de nieuwe funderingsbalken. De werkzaamheden aan de funderingen reiken dus maximaal tot aan de huidige maaiveldhoogte of tot het humeuze dek direct onder het maaiveld. Het uitgraven van de poel in het noorden van het plangebied tot 80 cm –mv zal zich waarschijnlijk tot het humeuze dek, dat door diepploegen is ontstaan, beperken. Alleen als op de twee nieuwe bouwkavels kelders aangelegd worden (verstoring ca. 2 m onder het huidige maaiveld) zal een verstoring onder het verwachte humeuze dek plaatsvinden en worden archeologische waarden bedreigd. De geplande verandering van het gebied van een tuincentrum naar enkele losse woonkavels zal een positief effect hebben op de geomorfologische situatie van het plangebied. Als tijdens de toekomstige werkzaamheden geen kelders aangelegd zullen worden adviseert IVO·B, Allround Archeologie om in het plangebied ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden geen vervolgonderzoek uit te voeren. Als tijdens de toekomstige werkzaamheden wel kelders aangelegd zullen worden of de mogelijkheid daartoe nog openstaat, adviseert IVO·B, Allround Archeologie, om in de gebieden waar diepe bodemingrepen plaats gaan vinden (de poel en de twee woonkavels) een inventariserend veldonderzoek door middel van een verkennend booronderzoek uit te voeren. Hiermee kan de diepteligging van eventuele archeologische lagen en de bodemgesteldheid van het plangebied onderzocht worden. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA). In haar selectieadvies stelt de adviseur van de gemeente dat nog niet bewezen is dat in het plangebied een ca. 80 tot 100 cm dik humeus dek aanwezig is, ontstaan door diepploegen. Het is daarom niet bekend of het mogelijke archeologische niveau onder het humeuze dek verstoord zal worden. De adviseur van de gemeente, dhr. B. Voormolen van NMF Erfgoedadvies, heeft daarom besloten dat in het plangebied een inventariserend veldonderzoek door middel van een verkennend booronderzoek uitgevoerd dient te worden. Als hieruit blijkt dat het mogelijke archeologische niveau verstoord zal worden zal nog karterend onderzoek nodig zijn in de vorm van een proefsleuvenonderzoek.