Plangebied Oever Bonhoeffervaart in Haarlem, gemeente Haarlem; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)

In opdracht van VolkerInfra Haarlem Kunstwerken en Oevers V.O.F. heeft RAAP in juni en juli 2017 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase, door middel van boringen uitgevoerd in het plangebied Oever Bonhoeffervaart, gemeente Haarlem. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie de beschoeiing te vervangen, waarvoor een omgevingsvergunning nodig is, aangezien naar verwachting eventueel aanwezige archeologische resten bij toekomstige graafwerkzaamheden in het gebied zullen worden verstoord. Een archeologische onderbouwing met betrekking tot de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden is derhalve verplicht conform het vigerend gemeentelijk beleid. De op basis van het bureauonderzoek verwachte bodemopbouw is gedeeltelijk bevestigd met het veldonderzoek. Vanaf het maaiveld is in het gehele plangebied sprake van een recent opgebracht zandpakket. Hieronder is in drie boringen nog een restant van de oorspronkelijke bouwvoor aangetroffen. In de boringen 3 en 4, rondom de houten steiger, is de natuurlijke bodemopbouw tot circa 2,8 m -NAP (ca. 140 cm -Mv) verstoord, zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de aanleg van de steiger. Onder de oude bouwvoor zijn de natuurlijke afzettingen aangetroffen. Van boven naar beneden bestaat de natuurlijke bodemopbouw uit een amorf veenpakket dat een laag zandige overstromingsafzettingen afdekt. Dit zandpakket dekt een laag gyttja af, dat overgaat naar een restant van het veenpakket dat zich tussen de strandwallen heeft ontwikkeld. Onder dit veen is een kleilaag aanwezig, die is afgezet gedurende de vernatting van, maar voorafgaand aan de veenvorming in, het gebied tussen de strandwallen. Aan de basis van het profiel is het strandzand in de strandvlakte aanwezig. In twee boringen zijn hierop lokaal kleine duinen gevormd, waarin bodemvorming heeft kunnen optreden. Op basis van de hierboven geschetste landschappelijke opbouw van het plangebied kan de archeologische verwachting van de potentieel archeologische niveaus (van boven naar beneden) worden bijgesteld: • Kleilaag IJe-klei: bouwvoor uit de periode eind Late Middeleeuwen tot eind 20e eeuw. De verwachting voor de aanwezigheid van archeologische resten uit de perioden Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd op dit niveau kan worden bijgesteld naar laag. • Veen (bovenste veenlaag): In de top van het veen werden vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen verwacht. Deze verwachting gold specifiek voor de aanwezigheid van laatmiddeleeuwse (12e eeuwse) huisplaatsen uit de periode van de eerste ontginning van het veengebied. Aanwijzingen voor de aanwezigheid hiervan zijn tijdens het booronderzoek niet aangetroffen. De verwachting voor de aanwezigheid van archeologische resten uit de perioden Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd op dit niveau kan worden bijgesteld naar laag. Plangebied Oever Bonhoeffervaart in Haarlem, gemeente Haarlem; archeologisch vooronderzoek: een bureauen inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) RAAP-notitie 5995 / eindversie, 26 oktober 2017 [4 ] • Oud Duinzand: Alhoewel in het plangebied geen zandopduikingen werden verwacht, zijn er in twee boringen lage duintjes aangetroffen. In het duinzand heeft bodemvorming opgetreden. De verwachting voor dit niveau, indien aanwezig, was middelhoog voor de aanwezigheid van vindplaatsen uit het Neolithicum t/m de Bronstijd. Deze verwachting kan op basis van de onderzoeksresultaten worden gehandhaafd. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat bij de uitvoering van de werkzaamheden zeer waarschijnlijk geen archeologische resten zullen worden verstoord. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Hierbij dient opgemerkt te worden dat indien bij planwijziging of bij toekomstige werkzaamheden alsnog het niveau van het Oude Duinzand wordt bedreigd (diepte vanaf 3,4 m -NAP / ca. 190 cm -Mv) wel een archeologische vervolgonderzoek (karterende fase) noodzakelijk wordt geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2aw-84dk
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-6ieb-s3
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:75829
Provenance
Creator Wink, K.
Publisher RAAP West Archeologisch Adviesbureau BV
Contributor RAAP West Archeologisch Adviesbureau BV
Publication Year 2019
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/msword; .dbf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.669 LON, 52.381 LAT); Oever Bonhoeffervaart; Haarlem; Gemeente Haarlem; Noord-Holland