-
19InterviewE2G2
Respondent E2G2 is de zoon van een halfzus van respondent E1G1. Hij heeft geen contact met gezinsleden; dit is een pijnlijk onderwerp voor hem. Hij gaat met het gemis om door... -
17InterviewE1G1
Respondent E1G1 heeft tijdens de oorlog in een pleeggezin gewoond. Problemen begon hij pas later te ervaren, toen hij na de oorlog vanuit het pleeggezin naar zijn biologische... -
25InterviewG3G11
Respondent G3G11 is zoon van respondent G2G1. Tot aan dit onderzoek heeft hij zich nooit afgevraagd of het oorlogsverleden van zijn oma (respondent G1G1) invloed kon hebben op... -
21InterviewF2G1
Respondent F2G1 is dochter van respondent F1G1. Toen ze volwassen was is ze op een gegeven moment mentaal ingestort. Later heeft ze de mystieke kant van het Jodendom ontdekten... -
02InterviewA2G1
Respondent A2G1 is dochter van respondent A1G1. Tijdens haar jeugd werd er thuis weinig over de oorlog gesproken. Ze benoemt angst, zorgen om haar familie, schuldgevoel en... -
16InterviewD3G22
Respondent D3G22 is dochter van respondent D2G2. Volgens haar speelt de Holocaust nauwelijks een rol in haar leven omdat ze er geen lijden aan ondervindt. Tegelijk is ze heel... -
05InterviewB2G1
Respondent B2G1 is dochter van respondent B1G1. Als kind werd zij door haar vader niet betrokken bij zijn gedachten en gevoelens rond zijn kampverleden. Onbegrip van de... -
26InterviewG3G12
Respondent G3G12 is dochter van respondent G2G1. Aan de ene kant kan ze zich niet goed voorstellen hoe het oorlogsverleden in haar familie in haar eigen leven relevant zou... -
34InterviewJ2G1
Respondent J2G1 is dochter van respondent J1G1. Ze heeft altijd de drijfveer gehad ‘er wat van te maken’ en stelt dat ze haar vechtersmentaliteit van haar vader heeft... -
30InterviewI1G1
Respondent I1G1 is tijdens de oorlog door een ander gezin opgevangen toen haar ouders naar een concentratiekamp werden gedeporteerd. Bijna al haar familieleden zijn in de oorlog...