In opdracht van de gemeente Culemborg heeft, tijdens de aanleg van een stadsboerderij en het graven van een kreek op terrein Caetshage, een archeologische begeleiding plaatsgevonden. De archeologische waarde van het terrein was in het verleden reeds overvloedig aangetoond.Toen in juni, juli en augustus 2004 graafmachines de bouwvoor verwijderden en een kreek op het terrein groeven voor de aanleg van de stadsboerderij, kwamen er onder andere baksteenconstructies aan het licht, die een nader onderzoek behoefden. Dit onderzoek werd uitgevoerd in de vorm van een archeologische begeleiding.De archeologische begeleiding werd uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) uit Groningen en bestond uit twee fasen. Van 9 tot en met 22 juni 2004 werd een groot deel van het machinaal afgegraven terrein onderzocht. Op 19 en 20 augustus 2004 en op 4 en 5 oktober 2004 werd het uitgraven van een kreek archeologisch begeleid.Conclusie:Op het terrein zijn archeologische sporen aangetroffen uit de Romeinse Tijd en de Volle- en Late Middeleeuwen. In de tussenliggende periode lijkt het terrein niet in gebruik te zijn geweest. De sporen uit de Romeinse Tijd betreffen crematiegraven, behorend tot een grafveld. De crematiegraven bestaan uit eenvoudige kuilen waarin crematieresten en grafgiften zijn bijgezet. Het grafveld is tussen het eind van de 1e eeuw en de 3e eeuw n. Chr. in gebruik geweest. De omvang van het grafveld kon tijdens het onderzoek niet worden vastgesteld.De sporen uit de Romeinse Tijd zijn terug te voeren tot een tijd dat (een deel van) het terrein in gebruik was als grafveld. Dit grafveld zal gebruikt zijn door de bewoners van een nabijgelegen nederzetting. Het grafveld is verstoord door activiteiten van de middeleeuwse bewoners van het terrein Caetshage. In de Volle Middeleeuwen stond er eerst een mottekasteel, omringd door een gracht. Daarna is er op dezelfde plaats een bakstenen kasteel gebouwd. Aan de westzijde lag de voorhof. Op dit terreindeel werden namelijk de uitbraaksporen van een rechthoekig bakstenen gebouw gevonden.Op het omringende terrein zijn sporen en vondsten gevonden die aan de bewoning uit deze periode zijn toe te schrijven. Tot in het noordwesten van het terrein zijn sporen en vondsten uit deMiddeleeuwen aangetroffen. Kennelijk was het hele gebied Caetshage in deze periode ingericht.Het is opvallend dat het overgrote deel van de vondsten uit de 12e- tot eind 13e eeuw stamt. Slechts weinig vondsten komen uit de 14e eeuw. Hieruit kunnen we afleiden dat het zwaartepunt van de bewoning in de eerst genoemde periode zal zijn te plaatsen. De bouw van het stenen kasteel kunnen we dan ook eerder in de tweede helft van de 13e eeuw plaatsen, dan in de 14e eeuw. De ringgracht en een kuil op het binnen terrein behoren in ieder geval bij de 12e eeuwse bewoning. De sokkel maakt vermoedelijk deel uit van een toegangspoort, behorende bij het stenen kasteel. Verder zijn er geen sporen van bebouwing op het binnenterrein gevonden. Omdat dit terrein eertijds opgehoogd was, zijn deze sporen uit de Volle en Late Middeleeuwen door latere egalisatie grotendeels verdwenen. De sporen van een rechthoekig gebouw liggen net buiten het omgrachte terrein. Dit is een gebouw dat op de voorhof van het kasteel stond. Het formaat van de gebruikte bakstenen wijst op een datering in de late 13e–14e eeuw. Er omheen ligt een vierhoekige gracht, deze is later opgevuld met puin. Een met aardewerk en ander vondstmateriaal opgevulde sloot ten zuiden van het omgrachte terrein stamt uit de Volle Middeleeuwen. Door contaminatie van het materiaal is het echter moeilijk om de aangetroffen archeologische sporen eenduidig te dateren.Tijdens de archeolgische begeleiding door ARC bv en door de amateurs van Afdeling 15 van de AWN zijn er in totaal tien crematiegraven gedocumenteerd.De crematieresten waren meestal in een eenvoudige kuil neergelegd, in een aantal gevallen met grafgiften zoals aardewerk en metalen voorwerpen.Het grafveld stamt uit het einde van de 1e tot de 3e eeuw n. Chr. De omvang van het grafveld kon tijdens het onderzoek niet worden vastgesteld.Het vondstmateriaal dat op het terrein is aangetroffen is te relateren aan de grondsporen. Het materiaal uit de Romeinse Tijd komt voor het grootste deel uit de crematiegraven. Het betreft onder andere complete schalen en kruiken die als grafgift zijn meegegeven. Daarnaast zijn ook munten, fibulae en glazen flesjes meegegeven. Ook komt materiaal uit deze periode voor als opspit in jongere sporen. Waarschijnlijk betreft het materiaal uit graven die door de latere bewoners zijn verstoord.De vondsten uit de Volle en Late Middeleeuwen zijn afkomstig uit grachten, sloten en kuilen die horen bij het kasteel en het omringende terrein. De grootste component wordt gevormd door aardewerk uit de 12e en 13e eeuw.Slechts enkele fragmenten stammen uit de 14e en 15e eeuw. Een sloot ten zuiden van het omgrachte terrein leverde een grote hoeveelheid vondstmateriaal op, waaronder enkele complete potten, een hellebaard, een pelgrimsinsigne en een gesp. Kennelijk is deze sloot in een korte periode volgestort met afval. De aard van het vondstmateriaal uit deze periode wijst op een rijke context. De bewoners van het kasteel hadden de middelen om ‘luxe’ importaardewerk aan te schaffen en dit al bij kleine beschadigingen te vervangen door nieuw. Ook de metalen objecten, zoals het vergulde ornament met het wapen erop, wijzen op een zekere mate van welstand. Uit het onderzoek naar de faunaresten blijkt dat er voornamelijk resten van vleesconsumptie zijn aangetroffen.
Date: 2004