Op basis van het archeologisch vooronderzoek worden archeologische resten uit verschillende perioden en op diverse stratigrafische niveaus in het plangebied verwacht (bijlage 10): • Er is sprake van een hoge verwachting op het aantreffen van resten uit de periode Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd. Deze zijn te relateren aan een historische buitenplaats en molen in het plangebied. De bewoning gaat in ieder geval terug tot de 17e eeuw en heeft mogelijk nog eerdere fasen gekend, gezien het aantreffen van laatmiddeleeuws aardewerk tijdens het veldonderzoek. In een drietal boringen is (ter plaatse van de historische bebouwing) een oude bouwvoor aangetroffen met daarin aardewerk, fragmenten baksteen en mortelresten vanaf een diepte van 30 cm -Mv (0,2 m +NAP). Er zijn in het plangebied vanaf deze diepte dan ook resten te verwachten die te relateren zijn aan historische bebouwing en overige sporen van landgebruik. • Daarnaast is sprake van een zeer hoge verwachting op het aantreffen van resten uit de Romeinse Tijd. Dit is gebaseerd op de aanwezigheid van het kanaal van Corbulo in het plangebied. Het kanaal zelf tezamen met eventueel aanwezige randfenomenen (beschoeiing, kades en dergelijke) zijn te verwachten in het plangebied. Aanwezigheid van resten van bewoning en overig landgebruik kan overigens niet worden uitgesloten. Resten uit deze periode worden verwacht vanaf circa 40 cm -Mv (circa 0,2 m -NAP), onder een moderne bouwvoor met een dikte tussen de 40 en 80 cm. • In boring 1 tot en met 4 is Oud Duinzand aangetroffen, wat is afgedekt met een pakket Hollandveen. Het zand bevindt zich hier op een diepte van circa 350 cm -Mv (3,5 m -NAP). Gezien de afdekking met Hollandveen is dit niveau intact. Op basis van het aantreffen van intact duinzand kan de hoge verwachting voor de periode Neolithicum – Vroege Bronstijd zoals opgesteld in het bureauonderzoek worden gehandhaafd.