Tijdens het onderzoek zijn de ondergrondse civiele werkzaamheden archeologisch begeleid. In totaal is hierbij een oppervlakte van bijna 140 m² onderzocht. Verspreid over het onderzoeksgebied zijn verschillende archeologische resten aangetroffen. Het gaat om twee laatmiddeleeuwse ophogingslagen met daaronder een serie kuilen en een waterput, greppel en paalkuil. Op basis van het geschatte ingravingsniveau wordt aangenomen dat al deze grondsporen laatmiddeleeuws of jonger zijn. In de ophogingslagen is veel laatmiddeleeuws kogelpotaardewerk aangetroffen evenals door opspit vermengd geraakt gebruiksaardewerk uit de vroege middeleeuwen en romeinse tijd.