Gezien de conclusie dat zich op het terrein geen onverstoorde horizonten uit de prehistorie of historische periodes ouder dan de 19e eeuw bevinden, leidt dit tot de aanbeveling om het terrein vrij te geven voor de geplande bouwaktiviteiten. Een booronderzoek geeft geen definitief uitsluitsel, en het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van toekomstige werkzaamheden er op te wijzen dat bij de vondst van eventueel toch nog aanwezig resten, deze direct dienen te worden gemeld aan het bevoegd gezag. Eventueel zou bij het vrijleggen van het terrein in de noordhoek, bij de boringen 15–20, nog een vervolgonderzoek kunnen plaatsvinden, om vast te stellen of dit deel nog archeologische resten bevat, die gerelateerd zouden kunnen zijn aan ‘de Burght’.