Na zijn eindexamen HBS in 1947 moest deze man direct naar Indië, omdat hij tijdens zijn opleiding uitstel voor militaire dienst had gehad. Hij werd geen officier, waarschijnlijk omdat hij politieke opvattingen had en slecht in sport was. Hij kwam bij het tweede peloton van de vierde compagnie, dat bestond uit Brabantse Rooms-katholieken, terwijl hij zelf een hervormde achtergrond had. Zijn bataljon nam op Java steeds posten over ter aflossing, steeds dichter bij de demarcatielijn. Hijzelf had de functie van ordonnans/schrijver en was toegevoegd aan de compagniescommandant. Hij vertelt onder meer over de tweede politionele actie, de onderlinge sfeer tussen de jongens en het contact met zijn penvriendin, met wie hij later is getrouwd.