Nieuwersluis, Buitenplaats Hunthum Nieuwersluis, Buitenplaats Hunthum

Het plangebied Hunthum is gelegen aan de Vecht, net buiten het dorp Nieuwersluis. In het plangebied wordt een buitenplaats gerealiseerd, waarbij bouwwerkzaamheden en de aanleg van een tuin de bodem zullen verstoren. Van de historische buitenplaats Hunthum zijn boven het maaiveld geen resten bewaard gebleven, het doel van het archeologisch onderzoek is om de resten die eventueel onder het maaiveld nog aanwezig zijn in kaart te brengen. Daarom zijn tussen juli en augustus 2018 drie soorten archeologisch onderzoek uitgevoerd door BAAC in het plangebied; een inventariserend booronderzoek, een proefsleuvenonderzoek en een opgraving. In deze rapportage zullen de resultaten van de drie onderzoeken uitgewerkt worden.

Vanaf de tiende eeuw worden de hoger gelegen oeverwallen langs de Vecht gebruikt voor landbouw en veeteelt. Vanaf de 11e eeuw worden ook de lager gelegen venen ontgonnen. De organisatie van deze ontginningen vond plaats vanuit domeincentra. Een aantal van deze domeincentra ontwikkelde zich tot de eerste kastelen, of versterkte huizen, in het gebied. In de tweede helft van de 13e en de 14e eeuw werden ook kastelen gesticht met een primair militaire functie.

Het plangebied bestaat uit de historische buitenplaats Hunthum en omvat zowel de gebouwen als de tuin. In de eerste helft van de 17e eeuw is door Pieter Hunthum een buitenplaats gesticht, deze bevindt zich in eerste instantie op één perceel. Het perceel ten noorden van de 17e-eeuwse buitenplaats staat bekend als de naamloze hofstede, welke in de 18e eeuw bij buitenplaats Hunthum wordt betrokken. De percelen ten zuiden behoren in de 17e eeuw toe aan de buitenplaatsen Angola en Lixboa. De buitenplaats Angola wordt in de tweede helft van de 18e eeuw eigendom van de familie Hunthum en een deel van Lixboa wordt in de 19e eeuw opgekocht. Op kaarten uit het midden van de 18e eeuw zijn twee gebouwen te zien op buitenplaats Hunthum, een hoofdgebouw en een koetshuis. In de loop van de 17e, of in het begin van de 18e eeuw wordt een tuin aangelegd in de classicistische stijl. Aan het einde van de 18e eeuw wordt de tuin heringericht tot een romantische landschapstuin. Op de kadasterkaart uit 1811-1832 is, naast het hoofdgebouw en het koetshuis, een theekoepel en een schuur te zien. In de tweede helft van de 19e eeuw raakt de buitenplaats in verval. In de tweede helft van de 20e eeuw staan op het terrein twee gebouwen (woonhuis en schuur), welke bij de huidige werkzaamheden zijn gesloopt.

Tijdens het veldwerk zijn vier vindplaatsen onderscheiden in het plangebied: de tuin, de theekoepel en het koetshuis van de historische buitenplaats Hunthum en een laatmiddeleeuwse gracht. Van de tuin zijn tijdens het proefsleuvenonderzoek resten van een vijver, cultuurlagen en één van de hekken aangetroffen. De resten van de vijver en het hek hebben waarschijnlijk toebehoord aan de tuin in de romantische landschapsstijl. De cultuurlaag kan op basis van kaartmateriaal in verband worden gebracht met de classicistische tuin. De theekoepel is naast de weg langs de Vecht gelegen, hiervan zijn gemetselde funderingsresten aangetroffen en een reeks ingeslagen naaldhouten palen. De palen hebben mogelijk deel uitgemaakt van een terras aan de theekoepel, of de fundering van (een oudere fase van) de theekoepel. Het koetshuis ligt in het noordwestelijke gedeelte van het plangebied, hiervan zijn vloer-, muur- en funderingsresten teruggevonden. Het koetshuis lijkt te hebben bestaan uit minstens vier ruimtes, gescheiden door muren, een gang en een kelder. In het koetshuis waren ook putjes (voor afval en (regen)water) aanwezig. De fundering van het koetshuis bestaat uit ingeslagen houten palen waarop planken waren bevestigd, hierboven begint het metselwerk.

Onder de resten van het koetshuis zijn de resten van een laatmiddeleeuwse, ronde gracht aangetroffen. De gracht begrenst een middenterrein van ongeveer 22-24 m in doorsnee. Mogelijk heeft op het binnenterrein een woontoren gestaan, hiervan zijn geen resten teruggevonden tijdens de opgraving. De gracht is in vier fases opgevuld. De vondsten en monsters tonen aan dat de eerste fase is opgevuld geraakt in de eerste helft van de 15e eeuw, de tweede fase in de tweede helft van de 15e eeuw en de derde fase in het begin van de 16e eeuw. De laatste fase van de gracht is gedempt, de dateringen van de vondsten uit deze vulling liggen ver uit elkaar, daarom wordt uitgegaan van een demping in de loop van de 16e eeuw. Dit betekent dat de gracht niet meer aanwezig was toen het perceel werd gekocht door Pieter Hunthum. De gracht is gelegen op het perceel van de voormalige ‘naamloze hofstede’, uit huidig onderzoek en eerder uitgevoerd historisch onderzoek is niet gebleken dat er sprake is van continuïteit tussen de aangetroffen gracht en de ‘naamloze hofstede’ uit de 17e eeuw. Uit het botanisch onderzoek van monsters uit grachtfase 2 t/m 4 is gebleken dat het omliggende terrein afwisselend in gebruik is geweest voor (hennep)teelt en hakhoutbos, uit krantenartikelen uit de 18e en 19e eeuw blijkt dat hakhout nog steeds een belangrijk product is van de buitenplaats.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z9y-zg9x
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-20-n3xr
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:189603
Provenance
Creator Pieters, M
Publisher BAAC
Contributor Utrecht; BAAC BV
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpg/jpeg file; pdf portable document format; geography markup language; dbase bestand; onbekend/unknown; xls; database
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.008 LON, 52.191 LAT); Utrecht; Stichtse Vecht; Nieuwersluis; Buitenplaats Hunthum; 31E (kaartblad)